‘We deden een hoop domme dingen’
We spreken af bij het huis van Ricky’s schoonouders. Die wonen en werken in het buitenland. Ricky woont samen met zijn vriendin Loes en haar zus. Een klein Franse buldog en een flamboyante kat dartelen rond in de woonkamer en op het balkon. ‘Ik heb acht jaar lang met Tom van Dijk samengewoond, dat was klaar. Mijn vriendin vroeg of ik wilde intrekken bij haar. Het is nog niet altijd even makkelijk, maar alles komt altijd wel weer goed.’
In mijn hoofd is Ricky een geboren en getogen Amsterdammer. Bijna geen huid over voor niks, alles ingekleurd. Lang surf-haar. Wijde kleding. De overdreven ‘g’ van ‘lekker gap’ en een continue brede glimlach, zo van ‘niemand kan me iets maken’. Dat is ook allemaal waar en niet overdreven. ‘Maar ik ben wel opgegroeid in Hoorn. Voor buitenstaanders een pittoresk dorp met VOC-geschiedenis. Als je er bent opgegroeid is het toch best ghetto. Iedereen heeft altijd mot met elkaar.’
Deed je daar aan mee?
‘Natuurlijk deed ik mee aan die rivaliteit. Tags van de wijk waar ik woonde neerkwakken, dat deed ik. Niet vechten hoor. Ik was echt een spijker. Heel hard rennen, dat kon ik heel goed.’
Wanneer kwam je naar Amsterdam?
‘Toen ik ongeveer zestien was. Het boterde niet zo tussen mijn moeder en mij. Noodgedwongen ben ik uit huis gegaan. Ik heb in die periode bij wat vrienden gewoond. Een van mn beste vrienden uit Hoorn woonde in Amsterdam en runde een marktkraam op het Waterlooplein waar ik ook regelmatig kwam.’
‘Op m’n achttiende heb ik toerisme en recreatie gestudeerd. Ik zou een seizoen skiles geven, dus gaf ik een afscheidsfeestje. Op dat feestje kwam een groepje Amsterdammers, waaronder Tom van Dijk, die ik toen nog niet kende, langs om de boel op stelten te zetten. Zegt een vriend van me opeens: je zusje staat beneden met een Amsterdammer te tongen. Was ’t Tom. Emmer water eroverheen gekeild.’
En toen was je pissig?
‘Ik leerde Tom wat beter kennen door mijn zusje. Hij was een havo-drop-out-kid, school beviel hem niet zo. Ik nam de marktkraam over op het Waterlooplein en omdat hij niks te doen had, was-ie dagelijks over de vloer. Zo zijn we vrienden geworden. We kenden elkaar een jaar of anderhalf en hij kon wel een huis regelen, zei die. Binnen twee weken hadden we een huis.’
Klinkt als een redelijk onbezonnen periode.
‘Dat was het zeker. In die periode begon ik ook te werken in het nachtleven. We gaven feestjes als Hippe Types B en Harrie Hossel, we draaiden op toffe plekken en stonden overal op de gastenlijst. Dat was wel cool. We deden een hoop domme dingen. Inmiddels voel ik me te oud om dat nog te doen. Daarbij komt kijken: ik ben zzp’er. Als ik zelf niet achter opdrachten aan ga, dan gebeurt er niks.’
Hoe is de band met je ouders?
‘Mijn moeder komt uit Hoorn, daar ontmoette ze mijn vader. Hij heeft een Indonesische achtergrond en komt uit Den Helder. Hij was chef kok. In de nacht werken en overdag slapen. Mijn moeder is wat jonger en ik zag haar het vaakst.’
Hoe komt het dan dat je uit huis moest?
‘Mijn ouders waren uit elkaar en ik woonde bij mijn moeder. Terwijl zij vaak bij haar nieuwe vriend – inmiddels haar man – was. Na een poos kwam ze weer vaak thuis en moest ik naar haar regels leven. Jas ophangen, schoenen op de mat, op tijd thuis zijn, etc. Vertel een puber maar eens na een tijd te doen wat hij wilde, dat hij zich aan de regels moet houden. Dat gaat niet. Toen zei ze: ik ben er klaar mee, ga maar bij je vader wonen of zo. Uiteindelijk kwam ik bij een jeugdvriend en zijn familie terecht.’
Met een brede glimlach: ‘Dat was een soort van hippie familie. Ze woonden op een groot stuk land. Ik kon daar doen wat ik wilde. Jointjes roken, poolen, tafeltennisen en Mario Kart spelen.’
Zie je hun nog wel eens?
‘Nee, ze wonen daar volgens mij niet meer. Ze hebben een stuk land gekocht in Roemenië en daar trachten ze geheel zelfvoorzienend te leven. Van wat ze me vertellen klinkt het wel vet.’
Wanneer ben je begonnen met draaien?
‘Rond de 21 was ik. Toen ik mijn kraamvergunning op het Waterlooplein kwijtraakte, had ik een baan nodig. Via via kreeg ik te horen dat ze in de NYX een lichtman nodig hadden.’
Kon je dat dan?
Serieus: ‘Nee. Tuurlijk kon ik dat niet. Maar je zoekt een baan hè. Het is geen rocket science allemaal en ik kreeg begeleiding. Ik raakte bevriend met Mikey. Wij vonden: wat die dj’s daar doen, dat kunnen wij veel beter. Niet dat we ooit gedraaid hadden, maar we waren zelfverzekerd genoeg.’
‘Tijdens een naborrel bij de NYX besloten Mikey en ik dat we een dj duo zouden beginnen, onder de naam Hippe Types B. Luciano zat er ook bij met z’n grote bek en die zei: jullie hebben ook een MC nodig, dus ik kom er ook gewoon bij. De naam had ik gepikt van Tom. Die voelde zich verraden. We namen hem mee en met z’n vieren hebben we gedraaid in de bar van de Soos tijdens ADE.’
Hoe was het?
‘Het was wel grappig. Maar niet goed.’
Was er een rolverdeling dan?
‘Mikey was de frontman, die regelde boekingen. Ik deed de financiën. Tom deed de sociale media samen met Luciano. En Luciano deed het artwork. En als er een gig was stonden we met z’n allen met een fles wodka te spuiten. Kwartiertje per persoon de USB er in en toen weer opzouten. Het werkte wel, echt een act. Uiteindelijk iemand in een panda pak getrapt. Ging-ie op de booth staan, met meisjes schuren.’
Hoe kwam je vervolgens bij de Dolly terecht?
‘Van draaien kon ik leven, daarom moest ik stoppen bij de NYX. Dat hielden we een jaar vol. Tot dat Mikey stopte. Dat zag je meteen. We kregen wat minder gigs en mensen leken ons een beetje te vergeten of zo.’
Na een korte adempauze: ‘Op een ochtend belde Steef. Tom werd manager bij de Dolly, dus stapte hij ook op bij Hippe Types. Steef wilde dat ik technicus zou worden.’ Steekt een sigaret op: ‘Oh ja! Steef had al eerder gevraagd aan Tom of wij niet de zondag wilden hosten. Voorheen was de Dolly dicht op zondag. Dus ik was in die periode al elke zondag in de Dolly. Er ook werken is dan natuurlijk een kleine stap.’
Ben je nog technicus in de Dolly?
‘Ik ben nog steeds technicus van de Dolly. Door de festival drukte was ik er in de zomer wat minder. Ik draai ook nog steeds veel, dus wilde ik wat taken overdragen. Dat is nog niet helemaal gelukt.’
Je doet nu de maandag in de Dolly. Hoe kwam dat?
‘Ik draaide op een feestje ergens. Daar stond Marlon met een bakkie te veel op. Je kent Marlon als-ie zo is… Dan heb je ondertiteling nodig. Vier keer is-ie naar me toegekomen, zo van: waarom doe je dit niet voor ons in de Dolly. Alle disco-avonden waren eruit geknikkerd, omdat het uitgaanspubliek veranderde. Alleen Cinema Royale (Arne) stond nog. Ik kreeg twee weken om erover na te denken. Tom belde: ga je het nog doen of niet. Nou toen ben ik begonnen.’
‘Het concept is simpel. Ik nodig iemand uit die ik leuk vind, om een vette avond neer te zetten. Niet een uurtje draaien, 4 uur lang draaien. Dat vind ik echt heel erg leuk.’
Wat vind je van de urbanisatie van het nachtleven?
‘Mijn voorkeur gaat uit naar oude hip-hop. Tupac, Biggie, Usher, R.Kelly. Dat werkt nu niet meer, oude meuk voor deze jeugd. Ik draaide voor 3 zomers in Mallorca. Kinderen van 18, met de aandacht span van een kip. Dat is heel snel schakelen. In house muziek zit altijd een lange opbouw, hoogtepunt en dan weer werken naar een hoogtepunt. Nu is het pieken en je crowd pleasen.’
De bel gaat. Ricky blijft zitten, ‘Fuck it’, en gaat weer door, ‘het is voor mij écht een guilty pleasure. Lu vindt die nieuwe Nederlandse rap bijvoorbeeld niet zijn kopje thee. Ik ga er wel lekker op. Het enige waar ik moeite mee heb is Soundcloud rap.’ Nog een keer de bel. ‘Ik moet toch wel even opendoen. Binnen 2 tellen terug hoor.’
‘Sorry hoor. Urbanisatie van het nachtleven daar waren we.’
Draai je liever voor jong of oud publiek?
‘Jong. Dat is de toekomst. Je kan wel blijven teren op je trusty followers, maar elke 2 jaar is er een omslagpunt. Als je daar niet op inspringt blijf je hangen in het verleden. Als nachtclub of nachtcafé moet je rekening houden met je uitgaanspubliek.’
Dus je draait gewoon liever voor volle zalen.
‘Tuurlijk. Lu bijvoorbeeld, die wilt mensen laten horen dat er ook nog andere muziek is dan die nieuwe Nederlandse rap shit. Er zijn wel mensen die daarvoor komen. Maar het merendeel wil gewoon hitjes horen. Ik wil mensen laten meezingen en handjes in de lucht.’
Blijf jij de komende 5 jaar zo door kachelen, of ga je wat anders doen?
‘Het liefst niet. Maar ik ben erg lui en laks. Daarom heb ik ook wel eens hommeles met m’n vriendin. Zij vindt het heel moeilijk dat ik genoegen kan nemen met wat ik heb. Dat ik niet altijd gefocust ben op het meer willen. Dus waarschijnlijk kachel ik nog steeds zo door. Het nachtleven is ook een deel van mijn identiteit geworden.’
En als je alles zou kunnen worden wat je wilt?
‘Dan zou ik astronaut worden man. Facking vet. Of, daar denk ik nog serieus over na, dierenarts. Het afgelopen halfjaar denk ik hier veel over na. Ik heb altijd al dierenarts willen worden. Door omstandigheden is dat nooit gelukt. De voornaamste reden is geld. Als ik was gestopt met werken, had ik het kunnen doen.’
Maar je wilt niet je hele leven in de nacht werken zeg je net…
‘Dat is de tweesprong. Moet ik m’n ballen op tafel gooien en het gewoon doen? Of houd ik me vast aan wat ik weet en kan? Voor ’t zelfde geld raak ik enthousiast over treinen en ben ik met een paar jaar machinist.’
Het maakt je niet zoveel uit. Als je maar gelukkig bent?
‘Ja. Dat is de basis van hoe ik het leven doorloop. Ik vind het erg moeilijk om over de toekomst na te denken. Ik ben 27 en ik weet nog steeds niet wat ik met mezelf aan moet.’
